Wednesday, April 30, 2008
wilhelma
Wilhelma is een historische kasteeltuin annex dierentuin en botanische tuin in de wijk Stuttgart-Bad Cannstatt in Stuttgart.
De dierentuin en botanische tuin bevinden zich in een historisch park uit 1846. De historische architectuur en de inrichting van het park worden sinds de jaren zestig van de 20e eeuw in de oorspronkelijke staat gehouden. Wilhelma bestaat uit 28 hectare grond en heeft bijna 1000 diersoorten uit de hele wereld waarmee het na Zoologischer Garten Berlin de dierentuin met meeste diersoorten in Duitsland is. Er zijn circa 5000 plantensoorten uit de hele wereld te zien.
Eén van de bekendste afdelingen is het onderkomen van de mensapen. Daarbij hoort ook een gedeelte waar jonge mensapen uit heel Europa worden opgevoed als de ouders daar niet toe in staat zijn.
De dierentuin en botanische tuin bevinden zich in een historisch park uit 1846. De historische architectuur en de inrichting van het park worden sinds de jaren zestig van de 20e eeuw in de oorspronkelijke staat gehouden. Wilhelma bestaat uit 28 hectare grond en heeft bijna 1000 diersoorten uit de hele wereld waarmee het na Zoologischer Garten Berlin de dierentuin met meeste diersoorten in Duitsland is. Er zijn circa 5000 plantensoorten uit de hele wereld te zien.
Eén van de bekendste afdelingen is het onderkomen van de mensapen. Daarbij hoort ook een gedeelte waar jonge mensapen uit heel Europa worden opgevoed als de ouders daar niet toe in staat zijn.
Geschiedenis
In 1829 werd op het terrein van het huidige Wilhelma, dat destijds Schloss Rosenstein herbergde, een minerale bron gevonden. Willem I van Württemberg wilde hierna een badhuis laten aanleggen als bijgebouw in de kasteeltuin. Na lange beraadslagingen kwam hij op het idee om een badhuis in Moorse stijl aan te laten leggen. Deze stijl was in die tijd zeer geliefd en had Alhambra in het Spaanse Granada als voorbeeld. Het badhuis zou met een oranjerie gecompleteerd worden.
In 1837 kreeg architect Karl-Ludwig von Zanth de opdracht om met een ontwerp te komen. Omdat de koning in roerige tijden leefde, niet lang nadat er een hongersnood had plaatsgevonden, aarzelde hij om de hoge kosten voor het eergierige voornemen op te brengen. Zo duurde het enige jaren voordat het eerste gebouw van Wilhelma gereed was. Herhaaldelijk werd overwogen om het project totaal stop te zetten.
In 1842 werd met de bouw van het eerste gebouw begonnen, dat op aanwijzingen van de Koning “Wilhelma” werd genoemd. Zanth slaagde erin om de koning voor zijn ideeën te winnen, zodat deze ondanks alle weerstand konden worden uitgevoerd. Hij slaagde erin om wat men onder een Moorse stijl verstond met de vaardigheden van Duitse handwerkers, de woonbehoeftes van een Schwabische monarchen het Midden-Europese klimaat te verbinden. In de loop van de tijd was het badhuis een comfortabel woongebouw met meerdere ramen geworden met daaronder een koepelzaal met twee aangrenzende broeikassen met een hoekpaviljoen. Bij de ijzeren constructie van de gebouwen had Zanth nieuw gebied betreden. De kostbare, rijkelijk aanwezige versieringen was zo gevormd naar de stijl van Alhambra als tevoren nooit was toegepast. Toen Wilna in 1846 ter gelegenheid van het huwelijk van kroonprins Karel met tsarendochter Olga Nikolajevna werd ingewijd, waren er een feestzaal, twee hoofdgebouwen met meerdere hoofse ramen, meerdere paviljoenen, broeikassen en groots opgezette bloemperken.
In 1829 werd op het terrein van het huidige Wilhelma, dat destijds Schloss Rosenstein herbergde, een minerale bron gevonden. Willem I van Württemberg wilde hierna een badhuis laten aanleggen als bijgebouw in de kasteeltuin. Na lange beraadslagingen kwam hij op het idee om een badhuis in Moorse stijl aan te laten leggen. Deze stijl was in die tijd zeer geliefd en had Alhambra in het Spaanse Granada als voorbeeld. Het badhuis zou met een oranjerie gecompleteerd worden.
In 1837 kreeg architect Karl-Ludwig von Zanth de opdracht om met een ontwerp te komen. Omdat de koning in roerige tijden leefde, niet lang nadat er een hongersnood had plaatsgevonden, aarzelde hij om de hoge kosten voor het eergierige voornemen op te brengen. Zo duurde het enige jaren voordat het eerste gebouw van Wilhelma gereed was. Herhaaldelijk werd overwogen om het project totaal stop te zetten.
In 1842 werd met de bouw van het eerste gebouw begonnen, dat op aanwijzingen van de Koning “Wilhelma” werd genoemd. Zanth slaagde erin om de koning voor zijn ideeën te winnen, zodat deze ondanks alle weerstand konden worden uitgevoerd. Hij slaagde erin om wat men onder een Moorse stijl verstond met de vaardigheden van Duitse handwerkers, de woonbehoeftes van een Schwabische monarchen het Midden-Europese klimaat te verbinden. In de loop van de tijd was het badhuis een comfortabel woongebouw met meerdere ramen geworden met daaronder een koepelzaal met twee aangrenzende broeikassen met een hoekpaviljoen. Bij de ijzeren constructie van de gebouwen had Zanth nieuw gebied betreden. De kostbare, rijkelijk aanwezige versieringen was zo gevormd naar de stijl van Alhambra als tevoren nooit was toegepast. Toen Wilna in 1846 ter gelegenheid van het huwelijk van kroonprins Karel met tsarendochter Olga Nikolajevna werd ingewijd, waren er een feestzaal, twee hoofdgebouwen met meerdere hoofse ramen, meerdere paviljoenen, broeikassen en groots opgezette bloemperken.
Regen
die sonne hat sich verzogen, der himmel ist grau und es regnet. hoffentlich kommt die sonne wieder hervor, ich muss noch etliches umtopfen. die rosenknospen zeigen schon farbe. das geht viel schneller als man denkt und mit etwas glück können wir am wochenende die erste blüte bewundern.
jetzt ruft andreas an, er ist auf dem weg zum chor und geht danach noch mit christine was trinken. dann werde ich mir jetzt ne pizza in den ofen schieben, meine texte lernen und etwas lesen.
die probe lief erstaunlich gut. choreographie nur mit wenigen fehlern, aber wir haben auch nur noch zwei proben vor dem festival....
Tuesday, April 29, 2008
la dernière minute
Monday, April 28, 2008
es fühlt sich noch nicht...
Sunday, April 27, 2008
Hymne à la beauté
Viens-tu du ciel profond ou sors-tu de l'abime,
Ô Beauté ? ton regard infernal et divin,
Verse confusément le bienfait et le crime,
Et l'on peut pour cela te comparer au vin.
Tu contiens dans ton oeil le couchant et l'aurore;
Tu repands des parfums comme un soir orageux;
Tes baisers sont un philtre et ta bouche une amphore
Qui font le héros lâche et l'enfant courageux.
Sors-tu du gouffre noir ou descends-tu des astres ?
Le Destin charmé suit tes jupons comme un chien;
Tu sèmes au hasard la joie et les désastres,
Et tu gouvernes tout et ne réponds de rien.
Tu marches sur des morts, Beauté, dont tu te moques;
De tes bijoux l'Horreur n'est pas le moins charmant,
Et le Meurtre, parmi tes plus chères breloques,
Sur ton ventre orgueilleux danse amoureusement.
L'éphémère ébloui vole vers toi, chandelle,
Crépite, flambe et dit : Bénissons ce flambeau !
L'amoureux pantelant incliné sur sa belle
A l'air d'un moribond caressant son tombeau.
Que tu viennes du ciel ou de l'enfer, qu'importe,
Ô Beauté, monstre énorme, effrayant, ingénu!
Si ton oeil, ton souris, ton pied, m'ouvrent la porte
D'un Infini que j'aime et n'ai jamais connu ?
De Satan ou de Dieu, qu'importe ? Ange ou Sirène,
Qu'importe, si tu rends, - fée aux yeux de velours,
Rythme, parfum lueur, ô mon unique reine ! -
L'univers moins hideux et les instants moins lourds.
Charles Baudelaire - Fleurs du Mal
sonne
andreas ist zum orgel spielen, ich habe die zitrus-pflanzen gedüngt und die bewässerung laufen lassen. eine kleine, zarte meise saß in der red eden rose und flog nicht weg. scheint krank zu sein und ich werde gleich nachsehen ob sie noch da ist. heute nachmittag kommt susanne und übt mit andreas den vivaldi. da werde ich dann hier auf der empore sitzen und zuhören.
Saturday, April 26, 2008
le silence des murs
Du siehst, wohin du siehst, nur eitelkeit auf erden.
Was dieser heute baut, reißt jener morgen ein;
Wo ietzundt städte stehn, wird eine Wiese seyn,
Auf der ein schäfers kind wird spielen mit den herden;
Was itzundt prächtig blüth, sol bald zutreten werden;
Was itzt so pocht und trotzt, ist morgen asch und bein;
Nichts ist, das ewig sey, kein ertz, kein marmorstein.
Jetzt lacht das glück uns an, bald donnern die beschwerden.
Der hohen thaten ruhm muß wie ein traum vergehn.
Soll denn das spiel der zeit, der leichte mensch bestehn?
Ach, was ist alles diß, was wir vor köstlich achten,
Als schlechte nichtigkeit, als schatten, staub und Wind,
Als eine wiesen blum, die man nicht wieder find't!
Noch wil, was ewig ist, kein einig mensch betrachten.
Es ist alles eitel - Andreas Gryphius - 1643
Frühling
20° Grad, die Sonne scheint, ein herrlicher Samstag! Als ich gegen acht aufwachte, sahen mich Andreas dunkle Augen gerade an. Sich morgens so zart zu berühren ist etwas kostbares. Wir haben gefrühstückt, geduscht, miteinander geschlafen, wieder geduscht;
Friday, April 25, 2008
Subscribe to:
Posts (Atom)